Zon, Zee & Strand

Wat doe je in de vakantie op een dag waarop de temperatuur oploopt tot tegen de veertig graden en je niets anders kunt doen dan in je relatief koele huiskamer afwachten tot je weer naar buiten kunt zonder ter aarde te storten? Ik kan maar één ding bedenken: naar zee! En het liefst op een eiland! Ik stop wat spullen in een fietstas, pak de trein naar Den Helder en wacht daar op de bus die me naar de veerboot zal brengen. Een jochie van een jaar of zes staat met zijn moeder en zusje ook te wachten. Hij weet zeker dat dit de goede bus is, want er staan twee drieën op. Aan een wachtende meneer vraagt hij of die soms weet waar de buschauffeur blijft? De meneer weet het ook niet, hij denkt dat de chauffeur even een bakje patat aan het eten is. Het jochie roept naar zijn moeder dat de buschauffeur nog niet komt, want die is even een bakje patat aan het eten. De andere wachtenden gniffelen. Op een bankje zitten een aantal mensen. Het jochie wurmt zich er vrijmoedig tussen en begint een gesprek met zijn buurman. Dan arriveert de buschauffeur en doet de deuren van de bus open. De mensen beginnen in te stappen. ‘Is dit de boot naar Texel?’ informeert het ventje op luide toon. ‘Nee’ zegt de buschauffeur, maar ik ga wel naar de boot’. Het jochie roept naar zijn moeder dat deze bus niet naar Texel gaat, maar wel naar de boot. ‘Stap maar in’, roept zijn moeder terug. Het kereltje gaat pal achter de chauffeur zitten, zodat hij goed kan zien of ze er al bijna zijn. Ondertussen voert hij op luide toon een gesprek met de buschauffeur, tot groot plezier van de andere passagiers. Als we er bijna zijn roept hij naar zijn moeder, die iets verder naar achteren zit, of hij op het knopje mag drukken. Dat mag. Maar hij kan er net niet bij en rolt bijna door de bus heen als die een bocht maakt. Als hij eindelijk het knopje heeft bereikt, heeft er al iemand anders op gedrukt. Even kijkt hij verbaasd. Dan vraagt hij aan iedereen in zijn buurt: ‘Heb jij al gedrukt?’ Hilariteit alom in de bus. Inmiddels zijn we bij de eindhalte en ik laat me door de stroom passagiers meevoeren de boot op. Het duurt niet lang of de boot zet zich in beweging, begeleid door krijsende meeuwen, die vlak boven de passagiers langs scheren in afwachting van het lekkers dat ze toegeworpen krijgen. Boven zee hangt een vochtig waas en al is het behoorlijk plakkerig op de boot, het is er in elk geval koeler dan in het midden van het land.

Als ik van de boot afkom huur ik een fiets en rijd het eiland op. In de gloeiende hitte fiets ik over het fietspad door de duinen. De fluwelen geur van duinroos omringt me en ineens ben ik weer een meisje van zes, dat op haar rode fietsje door de duinen rijdt, de hand van haar vader in haar rug, op weg naar zee. Even later rijd ik de koelte van het bos in en snuif de heerlijke warmzoete geur van een zomerbos op. Opnieuw word ik overspoeld door jeugdherinneringen, van vakanties in het bos. We speelden urenlang verstoppertje, speurden naar konijntjes en plukten bosbessen. Halverwege stop ik bij een charmant bospaviljoen. Ik ben helemaal bezweet en werk een flesje water en een bakje aardbeien weg. Ondertussen geniet ik van een spelend kindje in de zandbak, dat een heel verhaal tegen zichzelf vertelt over de graafmachine waar hij mee aan het spelen is. Hij doet me denken aan mijn zoon toen hij klein was, die kon ook zo opgaan in zijn spel. Als zijn ouders hem roepen om mee te gaan naar oma, geeft hij luidkeels te kennen dat hij daar geen zin in heeft. ‘Nee, nu niet naar oma’, mompelt hij tegen zichzelf ‘spelen in de zandbak!’

Ik stap weer op de fiets en op mijn dooie gemak rijd ik door het bos naar de Koog, waar mijn hotel is. Daar aangekomen gooi ik mijn spullen op het bed, trek mijn bikini aan en haast me naar het strand. Het is nog een hele klim over het duin, maar die eerste aanblik van de zee maakt alles goed. Onder een stralend blauwe lucht met hier en daar een doorzichtig wolkenflardje buitelen schuimende golven over elkaar heen het strand op. Meeuwen krijsen in de lucht en het strand is bezaaid met bontgekleurde windschermen en parasols.

“Toen de zee ontstond,

wie heeft toen haar grenzen vastgesteld?

Ik liet wolken zweven boven de zee,

en Ik bedekte het water met duisternis.

Ik stelde de grenzen van de zee vast.

Ik sloot haar op achter deuren met grendels.

Ik zei: “Tot hier mag je komen – niet verder.

Tot hier mogen je golven slaan.”

Het zand brandt onder mijn voeten als ik van het plankier afstap en ik ploeter zo snel mogelijk door het mulle zand naar de natte vloedlijn. Een eindje verderop vind ik een rustig plekje, niet al te ver van de zee. Snel leg ik mijn handdoek neer haast me naar het water. Het sist nog net niet als ik erin loop en het duurt even voordat mijn oververhitte lichaam aan die grote temperatuurverandering is gewend. Dan geneest een grote golf mij in één klap van mijn koudwatervrees. Proestend kom ik weer boven water en spuug wat zout water uit. Ik laat me op mijn rug wiegen door de golven. Door mijn halfgesloten wimpers glinsteren kleine vlekjes zon. In de verte ronkt een motorboot en op de achtergrond klinkt het geluid van spelende kinderen. Ik kan hier wel uren zo blijven drijven! Als ik een beetje met mijn armen door het water heen en weer maai voel ik ineens iets in mijn vinger knijpen en als ik naar mijn hand kijk zie ik dat er een krabje aan hangt. Ik slaak een gil en zwaai het krabje met een boog weer terug het water in. Dan zie ik dat er een kwal rakelings langs mij heen drijft. Snel maak ik dat ik uit het water kom. Ik ga op mijn handdoek zitten om op te drogen. De zee glinstert zilver in het zonlicht. Het water trekt zich steeds verder terug en meeuwen schuimen de vloedlijn af naar een lekker hapje. Ik laat me achterover zakken en sluit mijn ogen. Het geluid van de golven die op het strand spoelen maakt me slaperig. Ik snuif genietend de zilte geur op en ben simpelweg gelukkig.

Rien Reist naar Israël

Van 1 t/m 7 april reisde ik samen met mijn vrolijke Frans en een groep mensen uit Hazerswoude en Vianen naar Israël. Voor ons een lang gekoesterde droom die eindelijk uitkwam. En wat hebben we genoten! Tijdens de reis hield ik een verslag bij in de tale Kanaäns, geheel in stijl met alle Bijbelse plaatsen die we bezochten. Ik laat jullie graag meegenieten en heb het geheel voorzien van foto’s. Om een foto beter te bekijken kun je erop klikken. Veel lees- en kijkplezier gewenst!

1 En het geschiede dat een groep reizigers uit Hazerswoude en Vianen op reis ging naar het land Israël.

2 Des morgens vroeg reisden zij naar de luchthaven en aldaar stapten zij in een vliegtuig van El-Al. En de betekenis van die naam is ‘naar boven’. 3 En zij vlogen over bossen, bergen, rivieren en dalen en tenslotte over de zee. Daar zagen zij het land voor zich liggen en zij verheugden zich zeer.

4 Nadat zij veilig geland waren maakten zij kennis met hun gids. Zijn naam was Paul en hij wist zeer vele dingen over het land. 5 En toen zij te Jeruzalem aankwamen waren zij ten dode toe vermoeid. 6 Zij gingen naar een huis met vele kamers en gebruikten aldaar een versterkende maaltijd. En zie, het was tov! 7 Toen betrokken zij de kamers die aan hen waren toegewezen en vielen terstond in slaap. Yom rishon: de eerste dag.

2 De volgende dag vertrokken zij naar de tuin waar ze het lichaam van Yeshua hadden gelegd en zie: het graf was leeg!
En terstond bezochten zij de Berg der Olijven, vanwaar zij uitkeken over de stad Jeruzalem, die wordt omringd door vele graven. Maar ook daar vonden zij zijn lichaam niet.

3 En zij daalden af van de berg en kwamen bij de plaats waar Yeshua weende over de stad en deze plaats wordt Dominus Flevit genoemd, de Heer weende. 4 En men heeft aldaar een kerk gebouwd in de vorm van een traan, want er staat geschreven:

Mijn omzwervingen hebt u opgetekend
Vang mijn tranen op in uw kruik
Staat het niet alles in uw boek? 

5 Ook kwamen ze bij de hof der olijven, die Getzmanim wordt genoemd, wat oliepers betekent. In deze tuin stonden zeer oude olijfbomen. 6 En ook op deze plaats heeft men een kerk gebouwd en die kerk wordt genoemd Basilica Agoniae Domini, want het was hier waar Yeshua in doodsangst heeft gebeden. 7 En nadat zij door de Leeuwenpoort de stad waren binnengegaan kwamen zij op de plaats waar Pilatus Yeshua liet geselen.

8 En zij trokken verder langs de Via Dolorosa en zo kwamen zij bij het heiligdom dat men had gebouwd op de plaats waar hij gestorven was, maar zie, de heilige plaats was veranderd in een kermis. 9 En zij vertrokken vandaar en dwaalden door de shuks van de stad, totdat zij kwamen bij de plaats waar zijn moeder, Maria was ingeslapen. 10 En deze plaats was in hun ogen zeer welgevallig

11En zij vervolgden hun weg en kwamen bij de plaats waarvan men zegt dat daar zijn voorvader David begraven is. Op deze plaats werden door vrome Joden de Heilige Boeken bestudeerd.

12 Daarna kregen zij honger en zij vertrokken van daar om de maaltijd te gebruiken in het huis met de vele kamers. En zie: het was tov! 13 En het werd avond en het werd nacht: Yom sheni, de tweede dag.

3 En zeer vroeg in de ochtend ontwaakten zij en daalden af naar het dal van de Zoutzee, die ook wel Dode Zee wordt genoemd. En hun weg leidde hen langs de stad met vele palmen, die Jericho wordt genoemd. Ook passeerden zij de plaats Qumran, waar men in het verleden zeer kostbare rollen vond, die verborgen waren in de spelonken in de rotsen.

2 En zij kwamen aan bij de Steenbok-rotsen van Ein-Gedi, waar David zich met zijn mannen verborg in een spelonk, toen hij op de vlucht was voor Sha’ul. Maar hoewel hij Sha’ul had kunnen doden, deed hij dat niet en spaarde zijn leven. 3 Er was daar ook een bron van levend water, waar zij genoten van de rust en de koelte. En deze plaats was hen zeer welgevallig!

4 Daarna vervolgden zij hun weg en kwamen aan bij de rots Matzada, waar zij met velen deze plek verkenden. 5 Het was op deze rots dat Herodes de Grote een citadel had gebouwd en hij versterkte deze zodat het een veilige vluchtplaats werd. 6 En vele jaren later vluchtte daar een groep Zeloten naartoe om zich te verbergen voor de Romeinse bezetter. En zij vonden allen de dood.

7 En zij verwonderden zich ten zeerste over wat zij zagen vanaf deze grote hoogte: eindeloze bergen en zoutvlaktes, want de berg Matzada bevindt zich op een plek tot waar de Zoutzee zich ooit heeft uitgestrekt. 8 En aan de overkant der zee bevonden zich de bergen van Mo’ab. En ook was daar de berg Sodom, die eens een welvarende stad was.

9 En ziet, op de Matzada was ook een Sofer-Se-TaM, dat is een vrome jood die Torah, tefillin en mezuzot transcribeert, zodat deze voor altijd kunnen worden doorgegeven aan het nageslacht.

10 Ook vond er een Bat-Mitzvah plaats, want vrome joden hechten zeer veel waarde aan deze heilige plek. En het meisje kwam uit een ver land, aan de overkant van de Grote Zee.

Bat-Mitzvah ceremonie

11 Daarna daalden zij van de berg af en begaven zich naar de Dode Zee, alwaar het water zo zout is, dat men daarin niet onder gaat, maar blijft drijven. 12 En zij vermaakten zich daar zeer en sommigen van hen smeerden zich in met modder en zagen eruit als demonen. Doch zij verschrikten zich daarover niet, want het was slechts een spel.

13 En toen zij daarvan genoeg hadden gekregen keerden zij na een lange reis terug naar het huis met de vele kamers om daar de maaltijd te gebruiken. 14 En na de maaltijd vermaakten zij zich nog lange tijd met goede wijn. 15 En het werd nacht: yom shlishi, de derde dag was voorbij. En zie, het was zeer tov.

4 De volgende dag ontwaakten zij wederom zeer vroeg en vertrokken naar de Tempelberg, die zich bevindt op de berg Moria, de plaats waar aartsvader Abraham zijn zoon moest offeren. En het was hier dat naar men zegt zich de tempel van Salomo bevond.

2 Doch zie: er was een ander heiligdom opgetrokken op deze plaats, genaamd Al-Aqsa moskee, dat is ‘de verste moskee’ in onze taal. 3 En ook bevond zich daar een islamitische schrijn met een gouden koepel, die zeer aangenaam was om te zien.

4 Daarna bezochten zij het heilige bad Bethesda, waar een lamme man door Yeshua was genezen. 5 Ook was daar een kerk opgericht, die was genoemd naar Anna, de moeder van de maagd Maria. 6 En zij gingen de kerk binnen en zongen daar enkele liederen, en ziet, het was zeer goed!

7 Daarop trokken zij door de stegen en markten van de oude stad en zij zagen alle kostbaarheden die daar uitgestald waren en het was in hun ogen zeer welgevallig.

8 En toen zij de Heilige Muur naderden, die ook wel Klaagmuur wordt genoemd, klonk er van verre muziek en er was grote vreugde op het plein, omdat velen bar mitzvah, ‘Zoon der Wet’ genoemd mochten worden op deze dag. 9 De mannen en de vrouwen werden op deze plaats gescheiden, daar men bij de Joden niet tezamen op één plaats in gebed mag zijn.

10 En zij werden vervuld met eerbied en ontzag door al deze dingen die voor hun ogen gebeurden.

11 Nadat zij de maaltijd hadden gebruikt in een bovenzaal reisden zij naar de gedenkplek die is ingericht voor het volk der Joden. 12 En met grote droefenis aanschouwden zij de gruwelen die de Joden hebben ondergaan in de Grote Oorlog. Ook rouwden zij om de vele kinderen die door de vijand vermoord waren.

13 Doch toen zij buiten kwamen, ziet, daar was rust en vrede, slechts gevuld met het geluid van een enkele vogel die floot. 14 En toen zij hun ogen opsloegen aanschouwden zij het nieuwe land. Daardoor werd hun hart vervuld met hoop, ook al wisten zij dat er nog steeds geen echte vrede was.

15 En zij vertrokken vandaar in grote stilte. Yom revi’i, de vierde dag.

5 Toen de morgen aanbrak vertrokken zij uit het huis met de vele kamers om naar Galilea te reizen. En de weg leidde hen door de vallei der Jordaan, waar zij de plaats bezochten waar Yeshua door Yochanan werd gedoopt. En deze plek was zeer vredig.

2 Na een korte tijd daar te hebben doorgebracht reisden zij verder en kwamen zij aan te Bet-She’an, wat betekent ‘huis van rust’. 3 Doch deze plaats deed zijn naam geen eer aan, want hier wierp koning Sha’ul zichzelf in zijn zwaard en stierf. En zijn lijk werd aldaar aan de stadspoort gehangen, zoals in die tijd gebruikelijk was. 4 En in latere tijden was deze stad zeer welvarend, maar zij werd voortdurend verwoest door aardbevingen. Daarom is het dat daar nu nog slechts de restanten ervan te vinden zijn.

5 Van daar trokken zij verder en kwamen na enige tijd aan bij Gan Hashlosha, de tuin van de drie Bronnen. 6 En het water was zeer helder en aangenaam van temperatuur en hun verblijf aldaar was hun zeer welgevallig.

7 Daarna trokken zij verder en kwamen aan te Nasrat, waar Yeshua en zijn ouders gewoond hadden. 8 En zij troffen daar een oude wijnpers aan die reeds bestond in de tijd dat hij daar woonde.

oude wijnpers in Nazareth

9 Ook bezochten zij de plek waar zijn geboorte door een engel werd aangekondigd aan zijn moeder. 10 En ziet, er was een kerk gebouwd op deze plek, die zeer schoon was om te zien!

Aankondigingskerk

11 Toen bemerkten zij dat de dag reeds bijna voorbij was en zij vertrokken met spoed naar Tiberias, want de sabbat brak aan. 12 En ook hier was voor hen een kamer in gereedheid gebracht in een huis met vele kamers aan het meer. Daar gebruikten zij de maaltijd. 13 Toen trok eenieder zich terug in zijn kamer en zij genoten van de rust. Yom chamishi, de vijfde dag.

6 En des morgens vroeg toen de zon opkwam voeren zij in een boot het meer op. En de stilte omringde hen en het was goed om daar te zijn.

2 En toen zij aan land kwamen reisden zij naar Kefar Nachum, wat dorp van troost betekent, in onze taal bekend als Kapernaüm. 3 En op de berg was een heiligdom gebouwd, dat de kerk der zaligsprekingen genoemd wordt. 4 En ziet, het heiligdom werd door vele pelgrims bezocht. Daarom liepen zij van de berg af om in de stilte te zijn. 5 Het was vanaf deze helling dat Yeshua de mensen toesprak en degenen gelukkig prees die in mensenogen ongelukkig zijn. Want voor hen is het Koninkrijk der hemelen.

6 En onderaan de berg, bij een plaats die Tabgha genoemd wordt, bevond zich opnieuw een heiligdom, op de plek waar Yeshua vijfduizend mensen te eten gaf door het wonder van de broodvermenigvuldiging. 7 En er bevonden zich in dit heiligdom zeer fraaie ramen van albast.

8 Daarna gingen zij de stad binnen. En zie, daar zagen zij de resten van een vissersdorp en een synagoge en vele stenen met inscripties. En het is zeer waarschijnlijk dat Yeshua daar indertijd heeft gewoond. 9 Ook bevonden zich daar de resten van het huis waar zijn leerling Simon had gewoond, die later Petrus genoemd werd.

10 En zij gebruikten de maaltijd op een plek die zeer vervallen en verlaten was, zozeer dat het pijn deed aan hun ogen. 11 En terstond reisden zij verder naar het noorden en zij kwamen aan bij Tel-Dan, de heuvel van Dan. Daar stroomde het smeltwater van het Hermongebergte af en zie, het water was zeer woest en koud.

12 En zij bereikten de grens met Libanon en vandaar trokken zij verder de berg af, waarna zij een zeer oude stadspoort bereikten. 13 En de natuur op de berg was hen zeer welgevallig, want overal bloeiden bloemen en bomen en het was zeer aangenaam om daar te zijn.

14 Daarna reisden zij weer terug naar het huis met de vele kamers aan het meer om daar de maaltijd te gebruiken en zie, het was goed. Yom shishi, de zesde dag.

7 De volgende morgen pakten zij hun spullen en reisden af naar Caesarea aan zee, de stad die door Herodes de Grote zo genoemd werd, ter ere van Caesar Augustus.

2 En ziet, daar waren vele resten van allerlei gebouwen te vinden en zij verwonderden zich zeer over het vernuft van de Romeinen. 3 En het was aangenaam om enige tijd op deze plaats aan zee te verblijven.

4 Doch de tijd verstreek zeer snel en het was tijd om terug naar hun eigen land te reizen. 5 Met veel tegenzin namen zij afscheid van hun gids en stapten in het vliegtuig. 6 En zij vlogen over de zee, over bossen, bergen, rivieren en dalen en tenslotte over het vlakke land dat Nederland heet. 7 En een ieder reisde van daar naar zijn eigen woonplaats en zij overdachten al hun belevenissen met zeer grote vreugde. Yom shvi’i, de zevende dag. En zie, het was zeer goed!

Het zonnige eiland

Eén van mijn favoriete boeken als kind was ‘Het zonniIMG_6026ge eiland’ uit de serie Jeugdland, geschreven door Piet Prins. Ik zwijmelde helemaal weg bij de beschrijvingen van het strand, de zee en de duinen. En dat huis, ‘Onder ’t Strodak’, oh, wat zou ik daar graag vakantie houden…Wie had kunnen denken dat mijn droom zo’n 40 jaar later werkelijkheid zou worden! We logeerden dan wel niet in zo’n mooie duinvilla, maar ons hotel stond in ieder geval vlak aan zee en vanuit onze kamer konden we zowel de Noordzee als de Waddenzee zien.

Thuisgekomen bleek dat ik het boekje zowaar nog had staan, hoe leuk is dat! Ik besloot het weer te gaan lezen en het was een feest van herkenning. Ik neem jullie mee, op reis door het boek, naar het mooie eiland Ameland.

We beginnen in Holwerd, vanwaar de boot vertrekt:

Aan weerskanten van de pier klotsen zacht de grijsgroene golven van de Waddenzee. Wat meer naar de kant van het vasteland ligt een groot slijkveld, dat niet door het water bedekt is. De vloed is nog niet op zijn hoogst.

DSC_0003

En recht voor hen uit, over het water heen, zien de kinderen Ameland liggen. Rechts zijn hoge, gele zandduinen te zien. Dat is het Oerd.

Ameland

En dan die vreemde gewaarwording, dat eiland, zo dichtbij, terwijl de boot een grote omweg door de geulen moet maken om niet vast te lopen op het wad…

‘Ze varen verkeerd!’ roept Kees. 

DSC_0021

Ook de rest van de beschrijving van het eiland is verrassend accuraat en o zo herkenbaar:

Aan het eind van de dijkweg ligt het dorp Nes. Groot is het niet. Al spoedig snorren ze voort over een lange straatweg door de weilanden. Aan de rechterkant zijn soms stukken woest onland. 

DSC_0235

Nu zijn ze in Ballum (…) Over een lange rechte weg rijdt de bus verder. Rechts zien ze het kleine vliegveld van Ballum en daarachter de duinen. Links grazen koeien in de weiden, die zich uitstrekken tot de Waddenzee. De vuurtoren, recht voor hen, wordt steeds groter. Een ronde toren is het, met rode en witte ringvormige banen. Links van de vuurtoren is een dennenbos. 

DSC_0323

Het gezin brengt vier weken door in het gezellige huis met het strodak, wat ze gehuurd hebben. Er wordt heel wat afgewandeld en gefietst!

Ze gaan vlak onder de vuurtoren langs. Loesje vindt dat altijd wat griezelig. Ze heeft het gevoel dat die hoge toren zich dan scheef over haar heen buigt en boven op haar zal vallen. 

DSC_0174

Vader, Kees, Ada en Ria hebben ook een lange fietstocht gemaakt, over het schelpenpad, dat langs de binnenste duinvoet naar Nes loopt, en dan nog verder, helemaal naar de woeste, eenzame duinen van het Oerd. 

 DSC_0099

En wat is er nu mooier dan een zonsondergang aan zee!

De zon hangt als een enorm grote, vuurrode bal vlak boven de horizon. Over de zee loopt een brede baan van vloeibaar goud.

DSC_0246

De avond valt over Ameland. In het donker staat, hoog op het duin, als een trouwe wachter, de vuurtoren, die met eindeloze regelmaat zijn drie stralen laat rondcirkelen.

 

Avonturen

De kinderen beleven nog veel meer avonturen, zoals een heuse storm, en een ontmoeting met een Portugees Oorlogsschip, wat een bijzondere kwal blijkt te zijn. Ook vaart de reddingboot uit, die naar zee wordt getrokken door tien paarden. En hoe leuk dat die boot de Dr. W.H. van Rietschoten heet, dat is de familienaam van mijn moeder!

Natuurlijk gebeurt er ook iets ergs… Kees verdrinkt bijna in zee, maar hij wordt gelukkig net op tijd gered door zijn vriend Gerke, die op het eiland woont en heel goed kan zwemmen. Maar Kees, met zijn zwakke gezondheid, wordt daarna ziek en de dokter vindt dat hij nog minstens een maand op het eiland moet blijven om aan te sterken. Gelukkig mag hij zo lang bij zijn vriend Gerke blijven logeren, terwijl de rest van het gezin weer naar huis gaat. En dat is uiteraard geen straf, een maand langer op het zonnige eiland!

Met heel veel plezier heb ik dit jeugdboek weer gelezen en met de beelden van Ameland nog vers op mijn netvlies, kwam het verhaal helemaal tot leven!

 

Praag, op de drempel

The streets of Prague were a fantasia scarcely touched by the twenty-first century—or the twentieth or nineteenth, for that matter. It was a city of alchemists and dreamers, its medieval cobbles once trod by golems, mystics, invading armies. Tall houses glowed goldenrod and carmine and eggshell blue, embellished with Rococo plasterwork and capped in roofs of uniform red. Baroque cupolas were the soft green of antique copper, and Gothic steeples stood ready to impale fallen angels. The wind carried the memory of magic, revolution, violins, and the cobbled lanes meandered like creeks. Thugs wore Motzart wigs and pushed chamber music on street corners, and marionettes hung in windows, making the whole city seem like a theater with unseen puppeteers crouched behind velvet. (bron)

Zo beschrijft Laini Taylor Praag in haar boek ‘Daughter of Smoke & Bone’. En dat is geenszins overdreven! Praag – Praha betekent ‘de drempel’. Je bevindt je in deze stad inderdaad op een drempel. De drempel tussen vroeger en nu, tussen oud en modern, tussen mystiek en het alledaagse. De stad met haar rode daken, gouden torenspitsen, beboste heuvels en prachtige uitzichten nodigt uit tot een uitgebreid bezoek om de mystieke sfeer te proeven. Vele legenden en beroemdheden zijn verbonden aan de stad. Franz Kafka, symbool van de Praags-Joodse cultuur is één van de bekendste. Uit nog veel vroeger eeuwen dateert het verhaal van Rabbi Löw, die er zijn Golem schiep. De wijk is eigenlijk één groot openluchtmuseum, bestaande uit vijf synagogen en de oude joodse begraafplaats, waar in de schaduw van oeroude bomen zo’n 12.000 grafstenen schots en scheef, op, over en door elkaar geplaatst, herinneren aan de vele bekende en onbekende Joden die hier gewoond hebben.DSC_0322

Ironisch genoeg heeft Praag deze enorme kunstverzameling te danken aan Hitler, die aan de Moldau ‘het museum van een uitgestorven ras’ wilde oprichten. De Pinkassynagoge is ingericht als gedenkplaats voor de bijna 80.000 Joden die ten prooi gevallen zijn aan zijn destructieve waanzin. Binnen heerst, ondanks de vele toeristen die er rondlopen, een haast eerbiedige stilte. Hier en daar een groepje mannen met keppeltjes, die de hebreeuwse tekens bestuderen die op elke muur van de synagoge dicht op elkaar getekend zijn. Misschien staat de naam van één van hun voorouders er wel tussen.

DSC_0316

Buiten knipper je even met je ogen tegen het felle licht en laat je het kippenvel op je armen door de warme zon verdrijven. Als je je ogen weer opendoet zie je tientallen souvenirstalletjes, tot aan de nok toe gevuld met rabbi’s en golems van hout en steen, houten speelgoed, glinsterend glas, en een heleboel bling-bling. En als je een paar straten verder loopt bevind je je zomaar ineens in de chiqueste winkelstraat van Praag, waar het allemaal echt goud is wat er blinkt!

Niet ver van de Joodse wijk bevindt zich volgens mijn reisgids het mooiste plein van Tsjechië: het Staromestké Namestí. Boven de prachtige gekleurde gebouwen met hun rijk versierde gevels rijzen de torens van de gotische Kerk van Onze-Lieve-Vrouwe Týn boven alles uit. DSC_0016Binnen word je overweldigd door de geur van wierook en de overdaad aan engeltjes en andere barokke figuren en symbolen. Rust en stilte is ver te zoeken in deze kerk, waar de toeristen in drommen in- en uitlopen. Snel naar buiten weer.

Als je je een weg gebaand hebt door de menigte ben je misschien net op tijd om de rondgang van de twaalf apostelen te zien, die elk uur verschijnt in de beroemde astronomische klok. De legende vertelt dat iedereen die aan de klok heeft gewerkt of deze in de loop der jaren heeft gerestaureerd, op mysterieuze wijze aan zijn einde kwam. De maker ervan had de klok vervloekt, nadat zijn opdrachtgevers hem blind hadden gemaakt zodat hij het kunstwerk niet nog een keer voor iemand anders kon maken.

Voortgestuwd over de hobbelige keien door de stroom toeristen, bevinden we ons het volgende moment op de Karelsbrug. In het witte middaglicht worden de zachte pastelkleuren van de huizen aan de over van de Moldau weerspiegeld in het rustig kabbelende water. Het standbeeld op de Karelsbrug steekt grauw af bij deze oogstrelende kleurenpracht. De St. Vitus Kathedraal verheft zich majestueus vanuit de Praagse Burcht. De gele torens van de St. Joris Basiliek steken heel bescheiden nog net boven de muren van het statige Lobkowiczpaleis uit.

Praag

Al in het midden van de 12e eeuw lag hier een brug, die de Oude Stad verbond met de Burcht. Nadat deze door een overstroming vernield was liet Karel IV in 1357 een nieuwe bouwen door zijn favoriete architect. Origineel bevond zich op de brug slechts één kruisbeeld, maar de Katholieken hebben dit tussen 1600 – 1800 uitgebreid met 30 standbeelden. Dit zijn tegenwoordig bijna allemaal replica’s. Wil je een beetje genieten van de rust, de sfeer en het uitzicht, dan is het aan te raden om hier ’s morgens vroeg heen te gaan, als de brug nog niet is overgenomen door de vele straathandelaren en kunstenaars, die hun geld verdienen aan de vele toeristen die dagelijks de brug bezoeken. Zij laten zich graag vereeuwigen op het witte doek en, al dan niet via selfies, op hun eigen smartphone.

Eenmaal aan de overkant heb je de keuze om eerst het eiland Kampa te bezoeken. Een groene oase aan de oever van de rivier. Hier vind je schilderachtige straatjes, parken en een aantal musea.  DSC_0681

Het is een pittige klim door de smalle straatjes naar de Praagse Burcht, maar er is veel te zien onderweg: kleurrijke gevels, etalages vol kunst en kitsch en genoeg mogelijkheden om even uit te rusten op een van de vele terrasjes en te genieten van een heerlijke Trdelnik, gevuld met ijs.

Boven aangekomen heb je vanaf het plein voor de burcht een adembenemend uitzicht over de stad. Voordat je het burchtterrein mag betreden moet je eerst nog wel langs een security-check, maar eenmaal binnen word je overweldigd door de pracht en praal die hier te zien is. Allereerst betreden we de St. Vituskathedraal.

Onder de hoge gewelven voel je je klein en nietig, terwijl je ondergedompeld wordt in het diffuse licht van de vele gebrandschilderde ramen. IMG_3601IMG_3607

Ook hier weer grote scharen toeristen, die zich verdringen rondom het zilveren reliekaltaar van de heilige Nepomuk.

Buiten gekomen loop je om de kathedraal heen en kom je op een groot plein. Hier bevindt zich de ‘Gouden Poort’. Deze gevel is prachtig versierd met goud en mozaïek en werd door de koningen gebruikt om het gebouw te betreden. Meteen aan de overkant van het plein bevindt zich het koninklijk paleis, waar de prachtige zalen elk hun eigen geschiedenis vertellen. En dan is er nog de St.Jorisbasiliek, het oudste religieuze bouwwerk op het terrein. Het romaanse interieur, voornamelijk bestaande uit roodbruine en gele aardkleuren, mag dan minder rijk en overdadig zijn dan de St.Vituskathedraal, de pure en eenvoudige sfeer is zeker niet minder indrukwekkend.

Een eindje verderop is de toegang tot het beroemde Gouden Straatje, waar alchemisten volgens de overlevering goud probeerden te maken. Ook Franz Kafka heeft korte tijd in deze straat gewoond. De kleine pastelkleurige huisjes herbergen houten speelgoed, poppen en glaswerk, waar Praag beroemd om is.

gouden straatje

Om een beetje bij te komen van alle pracht en praal daar boven in die burcht, kun je een wandeling door de paleistuinen maken. Hier kom je heerlijk tot rust tussen het koele groen. Terwijl een frisse wind je warme wangen streelt, worden je oren gestreeld door het geluid van orgel en trompetten, dat weerklinkt vanuit de St. Vituskathedraal, afkomstig van de middagconcerten die hier gegeven worden. Het uitzicht over de stad is ook hier fenomenaal. Weidse wolkenluchten verheffen zich boven de rode daken. De okergele, oranjeroze en roomkleurige muren van de huizen worden nog intenser van kleur door de zon die ze beschijnt. Het blauw van de lucht en het wit van de wolken wordt weerspiegeld in het water van de rivier, die wordt overspannen door de bogen van de vele bruggen die de stad rijk is. In de verte zijn de contouren van moderne kantoorgebouwen zichtbaar.

DSC_0080

Nog mooier is het uitzicht vanaf de Petrin uitkijktoren. Deze uitkijktoren is een miniatuurversie van de Eiffeltoren.  Als je geen zin hebt om de 327 meter hoge heuvel te beklimmen, kun je hier met een kabeltrammetje naar toe. Op deze mooie beboste heuvel kun je ook nog een spiegellabyrint, rosarium, sterrenwacht en een klein barok kerkje bezoeken. Vervolgens loop je door een park in de richting van het eeuwenoude Strahovklooster. Hier bevindt zich een werkelijk schitterende bibliotheek met prachtige fresco’s.

DSC_0544

Leuk om te weten: hier werden opnames gemaakt voor mijn favoriete serie Outlander! Een gedeelte van deze serie speelt zich af in Parijs in de Middeleeuwen. Praag is in de loop der eeuwen gespaard gebleven voor grote natuurrampen en WII ongeschonden doorgekomen. Hierdoor is ook de middeleeuwse sfeer en opzet van de stad bewaard gebleven. Met zijn statige huizen, heuvels en trappen, kan Praag heel goed doorgaan voor middeleeuws Parijs. De stad wordt niet voor niets het Parijs van het oosten genoemd!

Als je genoeg hebt van alle oudheden, kunst en cultuur, kun je in Praag ook prima winkelen. Op het Wenceslasplein, genoemd naar koning Wenceslas (Václav) vind je, naast het Nationaal museum en talloze prachtige gebouwen in jugendstil, ook vele moderne warenhuizen, boekwinkels, restaurants, en fastfoodketens.

Een ander voorbeeld van moderne architectuur is het Dansende Huis. Deze slanke, getailleerde glazen toren vlijt zich elegant tegen haar kaarsrechte buurman. Het stel wordt ook wel liefkozend Fred & Ginger genoemd, naar het legendarische danspaar Fred Astaire en Ginger Rogers. IMG_3954Dit gebouw bevindt zich op een paar straten lopen bij één van de vele bruggen over de Moldau. Langs de kade bevinden zich mooie statige huizen. Aan het eind van de dag worden ze bestraald door de zon en weerspiegelen hun kleuren zich in het water en vormen zo een kleurrijk palet dat gemakkelijk kan doorgaan voor een schilderij van Van Gogh.

FullSizeRender

Nog veel meer moois heeft Praag te bieden, maar dat moet u als lezer vooral zelf gaan bekijken en ervaren. Ik heb er een paar dagen van geproefd en het smaakt absoluut naar meer! Ik zou overigens wel voor een andere maand/jaargetijde kiezen. In augustus is het enorm druk in de stad en het kan er behoorlijk warm zijn. De herfst of het voorjaar lijken me beter geschikt voor een reisje naar deze mooie stad, ondanks de grotere kans op regen. Want, zoals de schrijfster Mireille Hdb in één van haar boeken schrijft: Prague, c’est beau, même sous la pluie. Les monuments se reflètent dans la Place de la Vieille Ville. La maison qui danse a l’air ivre. (bron)
De meeste foto’s bij dit bericht zijn gemaakt door mijn lieve echtgenoot. Hier kun je meer van zijn werk bekijken.