Laatst was ik op een Literatuurdag en volgde daar een workshop Poëzie. We begonnen naar aanleiding van één beginregel aan het schrijven van een gedicht. Na vier regels was de workshop afgelopen en degene die ons onderwees daagde ons uit om er een (modern) sonnet van te maken. Hier is mijn probeersel, ik heb het ‘Levensweg’ genoemd:
Kleuren dwarrelen als blaadjes naar beneden,
Het pad loopt steil omhoog.
Ooit dansten we hier als kinderen
Nu wijzen doodse takken ons mistroostig na.
De zomer vlucht verbaasd voorbij,
Het licht is koud, het bos is donker
Witte nevelslierten kringelen naargeestig rond
Op zoek naar prooi om zich aan vast te klampen.
Moeizaam bereiken we de top;
Voor ons plots een weidsheid, die alles overziet.
De zon tekent aan de horizon strepen van licht.
Kleuren dwarrelen omhoog,
Een pad kronkelt naar beneden.
We gaan op weg, het leven tegemoet.