
Afgelopen week zat ik ’s ochtends vroeg in de bus en het was buiten zo mooi! De zon bescheen de bomen met hun herfstkleuren en het leek net of God er vanuit de hemel met Zijn ogen op scheen. Dat inspireerde mij tot de volgende woorden:
Is de zon Gods oog
en knipoogt hij met de maan?
Dansen de planeten
om hem heen in hun baan?
Strooit hij soms sterren in het rond,
En raken die dan de grond?
Zijn de wolken zijn haren,
als watten zo zacht,
en is de regenboog zijn mond
waarmee hij naar ons lacht?
Is de donder zijn woede,
De storm storm zijn genies,
en als hij ons aanraakt
voelt dat als de zomerbries?
Wijzen de bomen met hun takken
naar hem omhoog?
Kan hij de bergen pakken?
Of woont hij niet zo hoog?
Woont hij soms beneden
in de diepste zee?
En hoe kun je daar komen?
Gaat hij dan met je mee?
Hij is eindeloos ongrijpbaar,
maar toch ook zo dichtbij.
Het is haast niet te begrijpen,
Ik kan er echt niet bij.
Heel mooi Rineke!!
LikeLike
Mooi Rineke..
LikeLike