Titel: Je ziet mij nooit meer terug
Auteur: Sonja Barend
Uitgever: de Bezige Bij
Aantal pagina’s: 283
Korte samenvatting: In haar memoires zoekt Sonja Barend naar antwoorden op de vragen die ze heeft over de verdwijning van haar vader tijdens de oorlog. Tijdens deze zoektocht komt ze veel te weten over haarzelf en haar beweegredenen.

Sonja begint met de beschrijving van haar tweede huwelijk en hoe het is om stiefmoeder/oma te zijn. Ze heeft zelf nooit kinderen gekregen, want er waren altijd teveel mitsen en maren en twijfels. Het moederinstinct heeft ze niet meegekregen, zegt ze zelf. Toch is ze erin geslaagd om, samen met haar man, haar stiefkinderen een warm thuis te bieden.
Zelf groeit ze de eerste jaren van haar leven tijdens de oorlog op in het Rooms Katholieke gezin van haar oma. Het was indertijd nooit bij haar opgekomen om te vragen waarom ze niet bij haar moeder woonde; ze miste haar ook niet. Later ontdekt Sonja wat iedereen al wist: dat haar achternaam Barend is en dat haar vader joods was. Op een dag stonden er een aantal keurige Nederlandse mannen op de stoep die aan haar moeder vroegen of haar vader ook thuis was. Haar moeder antwoordde ‘ja’ en vervolgens namen die mannen haar vader mee. Zijn laatste woorden tegen haar moeder waren: ‘Je ziet mij nooit meer terug’. Sonja en haar moeder hebben hem inderdaad nooit meer terug gezien. Haar moeder hertrouwde al snel en kreeg nog twee kinderen.
Carrière
Pas een aantal jaren na de oorlog gaat Sonja weer bij het gezin van haar moeder wonen. Ze kan het niet zo goed vinden met haar stiefvader, mist bij hem echte vaderliefde, die hij wel aan haar broertjes kan geven. Ook bespreekt haar moeder al hun huwelijksproblemen met Sonja, waardoor ze een vertekend beeld van hem krijgt. Op haar 16e gaat ze uit huis. Ze gaat alsnog naar de (avond-)HBS, waar ze van haar vader niet heen mocht; de Mulo was goed genoeg voor haar. Na veel saaie kantoorbaantjes krijgt ze een baan waarbij ze psychologische tests afneemt bij het personeel van de NTS. Daar wordt haar gevraagd of ze wil komen werken bij de opleiding voor televisieregisseurs. Eindelijk heeft ze een baan gevonden die haar boeit. In 1966 volgt ze een collega op als omroepster van de NTS en zo begint haar televisiecarrière.
Joods
In 1968 trouwt ze met haar vriend en collega Ralph Inbar. Ralph krijgt een baan in Israël, maar Sonja twijfelt of ze met hem mee zal gaan. Ze wil haar eigen carrière, familie en vrienden eigenlijk niet zomaar opgeven. Uiteindelijk gaat ze toch. In Jeruzalem gaat ze op les om de taal te leren en wordt ze officieel joods, ook al gaat ze geen kosjere huishouding voeren of Sjabbat houden. Als kind is ze katholiek gedoopt, met een handjevol water. Als ze in het mikwe gaat voor de rituele onderdompeling wordt dat er voor haar gevoel er weer afgewassen. Ze krijgt een officiële verklaring dat ze vanaf nu joods is. Ironisch genoeg was haar vader beter af geweest zonder zo’n verklaring, schrijft ze. Verder is ze vooral joods uit solidariteit met haar vader en zijn familie, die in de oorlog allemaal zijn omgekomen in de kampen.
Haar huidige man, A., noemt ze hem in het boek, is ook joods. Hij is geboren in Zeist, maar moest in de oorlog noodgedwongen naar Amsterdam verhuizen, omdat joden nergens anders meer mochten wonden, dan alleen in bepaalde buurten in Amsterdam. Hij heeft het als heel beklemmend ervaren dat alles voor joden verboden was, maar dat de Amsterdammers gewoon verder leefden, alsof er niets aan de hand was. Hij heeft jarenlang de straat waar hij in Amsterdam moest wonen niet meer in gedurfd.
Vader
Sonja blijft aan haar vader denken en probeert uit te zoeken wat er met hem is gebeurd. Ze vraagt zich alsmaar af wat zij zou hebben gedaan, als ze in haar moeders schoenen had gestaan toen ze haar vader kwamen halen. Ze vraagt zich af hoe het huwelijk van haar ouders was, waarom haar moeder niets heeft gedaan toen haar vader werd meegenomen. Maar haar moeder antwoordt altijd met: ‘Kind, ik weet het niet meer, zo lang geleden…’. Elke keer weer neemt de vrouw, die op televisie iedereen het hemd van het lijf vraagt, zich voor om met haar moeder te praten, maar telkens stelt ze het uit of kan het niet over haar hart verkrijgen haar pijn te doen. Ze kijkt altijd naar oude foto’s uit de oorlog, om te zien of haar vader soms toevallig ergens opstaat. Ze heeft maar één foto van hem, maar zou hem uit duizenden herkennen. Foto’s van Auschwitz vindt ze altijd heel aangrijpend, maar familiestambomen zeggen haar niet zoveel: ‘Ik heb een familie van papier’, schrijft ze, ‘zoals in de kijkdozen die ik vroeger altijd maakte’.
Ze kan zich geen goed beeld van haar vader vormen en daarom idealiseert ze hem. Ze dicht hem de eigenschappen van A. toe. Misschien heeft ze hem daarom wel uitgekozen, denkt ze. Niet alleen als man, maar ook als vader. Ze bewondert de warme en liefdevolle manier waarop hij met zijn kinderen omgaat.
Gezin
In eerste instantie krijg je de indruk dat Sonja een warme, veilige jeugd heeft gehad. Haar beschrijvingen van het leven bij haar oma zijn warm en levendig. Maar de problemen die haar moeder later met haar deelde drukten zwaar op haar. En ze was bang dat het later voor haar ook zo zou worden, als ze zelf kinderen zou hebben en een man die voor het geld zou zorgen. Het verklaart haar onafhankelijkheid en haar keuze om zelf geen kinderen te krijgen. Ze is erg onzeker over zichzelf en ook t.o.v. haar man en stiefkinderen. Ze wil het allemaal te goed doen en is bang om afgewezen te worden. Ze durft hen ook niet zomaar ‘onze’ kinderen te noemen.
Ziekte en dood
Sonja krijgt een paar keer kanker, maar komt er toch iedere keer weer bovenop. Haar moeder begint te kwakkelen. Pas naar haar dood ontdekt Sonja wat haar moeder haar nooit heeft kunnen vertellen over de relatie met haar vader.
In 2006 maakt Sonja haar laatste tv-programma over de invloed van televisie op onze omgangsvormen en kijkt terug op alle gesprekken die ze door de jaren heen met mensen gevoerd heeft. Er is veel veranderd en de dood is inmiddels een veelbesproken onderwerp op televisie. Ze mijmert over de dood en wanneer het leven niet meer waardig is.
Gelukkig
Aan het eind van het boek vraagt ze zich af of ze beter af was geweest als ze het geheim van haar moeder nooit had geweten. Of ze een ander mens was geworden. Ze denkt van wel. Maar of ze gelukkiger was geworden? Dat kan haast niet.
Sonja Barend gunt ons met dit boek een eerlijke inkijk in haar leven. Haar schrijfstijl is ietwat ironisch, maar ook boeiend en humoristisch. De gebeurtenissen in haar leven hebben haar gevormd en gemaakt tot wie ze is: een sterke, liefdevolle vrouw. Een fijn boek om te lezen!
Aangrijpend…..wil het graag lezen!
LikeLike